Het ophangen van een schilderijtje voor iemand, helpen bij een verhuizing, boodschappen doen. Het lijken kleine klusjes, maar ze kunnen veel betekenen voor een ander. Erik Vreekamp zette HipHelpt op in zijn woonplaats Nijkerk. “Jij kunt het radertje zijn.”
Dat mensen niet om hulp vragen, heeft vaak te maken met eenzaamheid, weet Erik Vreekamp, coördinator van HipHelpt in Nijkerk. HipHelpt zet hulpbieders in om een handje te helpen bij mensen die niemand anders in hun omgeving hebben om dat te doen. “De aanleiding is een hulpvraag, maar vaak zit er een groter verhaal achter”, weet hij inmiddels.
Persoonlijk
Tien kerken in Nijkerk doen mee aan HipHelpt, zo’n 220 mensen zetten zich in als hulpbieder. De hulpvragen zijn vaak praktisch: een klusje, een rit naar het ziekenhuis, een boodschap. Volgens Erik hebben veel hulpvragers weinig mensen om zich heen. “Daardoor vertellen ze vaak al snel over hun situatie. Als hulpbieder heb je soms dus zomaar een persoonlijk gesprek. Niet gek, want je komt bij iemand over de vloer en tijdens zo’n contactmoment gebeurt er iets.”
De komst van een vrijwilliger kán op zo’n moment ook van grotere invloed zijn op het leven van een hulpvrager. “In veel gevallen doen hulpbieders alleen een klusje en vertrekken ze weer. Sommigen willen alleen kortlopende klusjes doen omdat dat het beste past in hun leven. En dat is prima, maar het is belangrijk dat ze weten dat ze ook nét een stapje extra kunnen zetten. Door er te zijn en achteraf samen koffie te drinken, kun je bijvoorbeeld al veel meer betekenen dan alleen dat klusje.”
Samen op stap
Erik probeert de hulpbieders altijd mee te geven: “Misschien ben jij wel de eerste persoon die daar sinds lange tijd binnenkomt. Misschien ben je ook de enige die op dat moment kan zien dat er problemen dreigen.” Hij noemt het voorbeeld van een vrijwilliger die meehielp bij een praktische klus omdat de hulpvrager dat zelf niet meer kon. Tijdens een gesprekje bleek dat deze zijn huis amper meer uitkwam. De hulpbieder gaat nu af en toe samen met hem op stap.
Om de hulpbieders bewust te maken van de rol die ze kunnen spelen, organiseert HipHelpt toerustingsavonden. “Dan proberen we te laten zien: je kúnt iemand weer op gang helpen. Soms gaat zo’n avond over gesprekstechnieken, soms over signalen die kunnen wijzen op een groter probleem, zoals geldnood.” Als het nodig is, kunnen hulpvragers worden gekoppeld aan andere organisaties of projecten waar de Nijkerkse kerken bij betrokken zijn, zoals SchuldHulpMaatje of het vakantieproject voor kinderen die vanwege de financiële situatie thuis niet op vakantie kunnen.
Zo bleek een vrouw bij wie iets geschilderd moest worden, het financieel lastig te hebben. “Toen hebben we SchuldHulpMaatje ingeschakeld. Door kleine ingrepen, zoals een ander mobiel abonnement en een ander energiecontract, kon ze een klein beetje gaan sparen. Voorheen dacht ze altijd dat haar dat nooit zou lukken. Dat dat toch mogelijk bleek, gaf haar zelfvertrouwen. Ze bloeide helemaal op.”
Beginnetje
Het draait bij HipHelpt dus niet alleen om de hulpvraag, maar ook om de ontmoeting. “We hebben weleens gemeten hoe vaak het gebeurt dat de hulpbieder en de hulpvrager erna contact houden. Dat blijkt best vaak voor te komen. Dat is toch mooi?” Natuurlijk is de eenzaamheid niet ineens verdwenen als de hulpvrager geholpen wordt bij een praktische vraag, “want eenzaamheid is een hardnekkig patroon”, weet Erik. “Ook de hulpvrager moet een stapje zetten. Dat vraagt geduld. Misschien lijkt het klein, maar het kan het begin zijn van iets. Die hulpbieder die mee naar buiten gaat: dat is het beginnetje van een relatie.”
Erik benadrukt wel: het vraagt om fijngevoeligheid van de hulpbieders. “De grens tussen oprechte interesse en opdringerigheid is heel dun.” Volgens hem moet je niet te bang zijn om door te vragen. “Als iemand zegt: ik ben hier niet van gediend, dan weet je dat. En we weten dat mensen soms jaren wachten met het zoeken van hulp bij schulden. Maar jíj bent er op dat moment. En misschien kun jij het eerste radertje zijn.”