Als diaken ontmoet Iwan Osseweijer mensen die allerlei levenskruispunten meemaken. Hij lost hun problemen niet op, maar loopt naast hen, zodat ze niet alleen zijn. “Ik wil laten weten: je doet ertoe.”
Iwan Osseweijer zich in voor mensen in kwetsbare omstandigheden. Hij werkt in de Willibrordusparochie in Lisse, Hillegom en De Zilk en is voortrekker van de SchuldHulpMaatje-locaties Lisse en Hillegom. “Waarom doet God mij dit aan?” vroeg een jongere hem eens. “God is geen tegenover”, antwoordde hij toen. “Hij zit naast je, Hij is met je, alle dagen. Ken je de uitspraak: God houdt van iedereen? Die is eigenlijk niet juist geformuleerd. Wat wordt bedoeld, is: God houdt van je alsof je de enige bent.”
Goed zoals je bent
Dat inspireert hem als diaken. “Ik kan iemands problemen niet oplossen, ik ben geen hulpverlener, geen loket. Ik wil enkel laten weten dat iemand niet alleen is en dat ieder mens ertoe doet.” In de samenleving is perfectie vaak de norm. “Als iets niet goed gaat, is dat jouw verantwoordelijkheid”, vat hij samen. “Maar zo is het niet. Je bent goed zoals je bent. Dat probeer ik mensen in te laten zien, om zo samen te werken aan zelfvertrouwen en eigenwaarde. Ik merk dat dat rust geeft. Er ontstaat weer ruimte om na te denken.”
De enige
“Als diaken maak ik me hard voor mensen in kwetsbare omstandigheden. Ik loop graag met hen mee, we trekken een stukje samen op, als tochtgenoten. Ik denk dat dat een van de belangrijkste dingen is die we als kerk voor mensen kunnen doen. Ik sprak onlangs een jongere die zei: Waarom doet God mij dit aan? God is geen tegenover, antwoordde ik toen. Hij zit naast je, Hij is met je, alle dagen. Ken je de uitspraak: God houdt van iedereen? Die is eigenlijk niet juist geformuleerd, wat er wordt bedoeld, is: God houdt van je alsof je de enige bent. Dat inspireert mij als diaken.
“Het diaconaat is geen functie, maar een leven in dienstbaarheid. Daar hoort bij dat ik me hard maak voor de kwetsbaren en de armen.” Iwan is oproepbaar in het hele bisdom, maar de bisschop houdt vaak wel rekening met zijn gezin. Zijn vrouw is niet-kerkelijk, maar toch kan hij op haar onmisbare steun rekenen: “Ze vond het ook goed om onze kinderen te laten dopen. Soms is er wel een kleine spagaat tussen wat de bisschop en mijn vrouw willen, maar daar komen we altijd goed uit. En ze zet me ook regelmatig met beide pootjes op de grond. Het is heel goed voor mij dat ik getrouwd ben!”
Schaamtecultuur
De grootste uitdaging van zijn werk noemt Iwan om armoede en ellende op het spoor te komen. “SchuldHulpMaatje heeft ook dat spel Taboedoorbrekers. Dat taboe is heel ingewikkeld! Bij collega’s of in andere kerken is het overal dezelfde uitdaging. Er is genoeg geld en bereidwilligheid, maar we zouden graag wat meer willen helpen.” Alle 19.000 parochianen bezoeken is ondoenlijk. Iwan komt vooral in aanraking met geldzorgen door goed op te letten tijdens zijn werk. Ook laat hij zich graag zien in de omgeving om aan een netwerk te bouwen. Altijd met zijn ‘boordje’ aan, dat maakt hem herkenbaar en toegankelijk.
Naar Emmaüs
Diaken Iwan kreeg de handen op elkaar bij vier verschillende kerken, nadat hij zelf enthousiast werd over het concept van SchuldHulpMaatje. Iwan: “Een maatje zegt niet: “Arme stumper, ik neem het wel van je over, ik begrijp het wèl. Foei, zondig niet meer!” Dat is niet duurzaam en geeft geen zelfvertrouwen. Laat mensen juist voelen dat ook zij kind van God zijn.”
Iwan ziet het ook graag in een bijbels perspectief: “Als een leerling trekkend naar Emmaüs loop je mee, samen met de Heer. De ene keer ben je die leerling en de andere keer ben je als de Heer, maar je loopt samen op! Je bouwt aan eigenwaarde en je maakt iemand inzichtelijk waar hij mee bezig is. En als hulpvrager geldt: fouten kun je weer herstellen en je hebt altijd een tochtgenoot. De ene keer zichtbaar in een vrijwilliger, de andere keer niet, maar ook dan is de Heer bij je!”