Een mens is meer dan zijn probleem. De kunst is om het verhaal erachter te zien, de mogelijkheden, de veerkracht, het talent. Wie verder kijkt, ziet heel de mens. Dat kun je oefenen, weet broeder Joost Jansen.
Ieder mens is geschapen naar Gods beeld. Maar problemen kunnen dat beeld vertroebelen. ‘Heel de mens’ zien betekent: niet wegkijken van wat moeilijk is, maar ook niet blijven hangen in wat misgaat. Het betekent dat je gelooft in herstel, in groei, in nieuwe kansen voor iedereen. Want elk mens heeft een verhaal – vaak ingewikkeld, soms gebroken, maar nooit zonder waarde.
Anders kijken
Joost Jansen, broeder in de Norbertijner abdij van Berne, pastoor in Bernheze en bestuurslid van SchuldHulpMaatje Bernheze, gelooft met overtuiging dat er voor ieder mens een nieuw begin mogelijk is. Het hoort voor hem bij zijn dagelijkse werk om in ontmoetingen heel de mens te zien. “Een mens is meer dan zijn verstand en zijn uiterlijk. Ik probeer met een open houding te kijken, maar ook ik maak fouten. Het is een voortdurend leerproces. Als iemand anders blijkt te zijn dan je eerste indruk, moet je innerlijk schakelen. Dat vraagt soepelheid van geest – ik hoop dat ik die blijf houden.”
Zelfs ‘de meest schofterige mens’ is een schepsel van God, daar is hij van overtuigd. “Ik vraag mezelf vaak af: kan ik deze mens ook anders zien? Wat is zijn geheim?” Open vragen, zegt hij, brengen je bovendien verder dan de bekende weg. “Vraag niet: ‘Maak je het goed?’ Stel liever een open vraag: ‘Vertel eens?’”
Pannenkoekenmeel
Hij zet zich al dertien jaar in voor SchuldHulpMaatje in Bernheze, inmiddels als secretaris. “Toen ik de vraag kreeg of onze parochie wilde meewerken, heb ik onmiddellijk ja gezegd. Van een Franse bisschop hoorde ik ooit een uitspraak die me erg aansprak: als de kerk niet dient, dient ze nergens toe. Het is belangrijk dat de kerk nauw betrokken blijft bij mensen die problemen hebben.”
Het schokte hem dat een op de zes huishoudens in Bernheze structurele financiële problemen heeft. “Vaak gaat het om stille armoede, mensen schamen zich om erover te praten.” Zo ontmoette hij ooit een jonge moeder met twee kinderen die in de schuldsanering zat. Maandenlang had ze geleefd op pannenkoekenmeel, en eindelijk had ze nieuwe hoop. “Ze zei: ‘Mijn vader kan weer trots op me zijn.’”
Hij leerde hoe ingewikkeld armoede is. “Als je langdurig in de problemen zit, doet dat iets met je beslissingsvermogen. Iemand die in de schuldsanering zit, koopt dan misschien tóch Nikes van 150 euro voor zijn kind. Door me dat te realiseren, kan ik het beter begrijpen. Dat maakt mij nederig.” Veel mensen blijken uiteindelijk zelf de kracht te hebben om een ommekeer te maken. Maar soms lukt dat niet. “Ik hoop dan dat een ander hen wel verder kan helpen. Jezus zei: de armen zul je altijd bij je hebben. Ook dat hoort erbij. Je moet accepteren dat je niet iedereen kunt helpen.”
Stilte en bezinning
Die open houding om ieder mens als schepsel van God te zien, kun je oefenen, daar is Joost Jansen van overtuigd. Voor hem vormen de vaste momenten van stilte en bezinning in de abdijgemeenschap een belangrijke discipline. “In de parochie ga ik voor, maar in de abdijgemeenschap ben ik een van de broeders. Daar zit ik drie keer per dag in de kerk. Het is een innerlijke heilige gewoonte die me even uit mijn comfortzone haalt.”
Dit kan ook als je een vol leven hebt. “Mensen zijn vaak heel druk. Zelfs op de hometrainer zijn ze nog bezig omdat ze bijvoorbeeld het nieuws willen volgen. Voor hun gezondheid hebben mensen vaak veel discipline, dat zou je eigenlijk ook voor je geestelijke gezondheid moeten hebben. Maak elke dag een kwartier vrij, neem een tekst mee en zoek de stilte op. Hou die stilte ook echt een kwartier vol en denk niet na 14 minuten: nu weet ik het wel. Juist in de laatste minuut kan er iets tot je komen.”