“Het afvoerputje van Rotterdam” was Spangen toen hij er in 2010 als pionier kwam. De kerk in de wijk stelde weinig meer voor, maar Nico van Splunter zag een kans: op deze plek was verandering mogelijk. Geloven in Spangen draait om de verbinding tussen wijkbewoners.
Nico van Splunter realiseerde zich waar hij aan begon toen hij in 2010 als pionier naar de wijk Spangen kwam, in het Rotterdamse stadsdeel Delfshaven. De wijk zat op een dieptepunt. “Een op de zes panden was een drugspand, 90 procent van de bevolking had meerdere problemen”, zegt hij. Veel kerkgemeenschappen waren al jaren aan het krimpen en hadden te maken gehad met fusies of sluitingen. De Pelgrimsvaderkerk, die in Spangen ooit was begonnen met een van de eerste inloophuizen in Nederland, was wel een bloeiende gemeente gebleven, maar daar zaten inmiddels “vooral witte, hoger opgeleide mensen.” De verbinding met de wijk leek dun te zijn. “Toen ik aan mensen uit de kerk vroeg wat de wijk nodig heeft, kreeg ik vooral sociaal wenselijke antwoorden: ‘Jezus’. Of: ‘Dat weten we niet.’”
Geen gebouw
De opdracht voor Nico was niet om een nieuwe kerk te stichten, maar: verandering in de wijk. “Hoe zorgen we dat koninkrijk daar meer zichtbaar wordt? Natuurlijk speelt kerk daar ook een rol in, maar dat is niet eindstation.” Hij besloot om met zijn gezin naar Spangen te verhuizen. “Ik wilde de buren leren kennen en de buren van de buren. Aan iedereen vroeg ik: ken je mensen die mij willen introduceren in hun leven? Op die manier kwam ik met allerlei mensen in aanraking. Ik had een visitekaartje waar ‘pastor’ op stond, zodat de mensen wisten dat het met geloof en kerk te maken had, maar ik had geen kerkgebouw en geen mensen.”
Als hij aan mensen vroeg wat ze nodig hadden, zei nooit iemand: ‘Jezus’. “Maar wel bijvoorbeeld: ‘We hebben een pinautomaat nodig.’ Die werd namelijk voortdurend gekraakt. De wijkagent vertelde dat hij niet toekwam aan de hangjongeren. Op school zeiden ze dat het belangrijk was dat kinderen op tijd op school zouden komen. Zo praatte iedereen in zijn eigen straatje, de professionals kenden elkaar onvoldoende. Het werd een waslijst van hiaten in de samenleving.”
Kracht van de buurt
Stapje voor stapje kwam hij te weten wat buurtbewoners nodig hadden. “Ik werd een soort spin in het web, op een gegeven moment wist iedereen wie ik was.” In plaats van zelf allerlei initiatieven op te zetten, besloot hij de kracht van de buurt te gebruiken, zoals in de ABCD-methode: Asset Based Community Development. “Iemand die goed is in boekhouden, kan helpen met de financiën van de buurman. Een ander kan klusjes doen en kan je heg knippen.” Om hiermee te beginnen, zette hij een groep mensen mensen bij elkaar aan de keukentafel. Ze vonden het allemaal leuk, en ze realiseerden zich: ik ken mijn eigen buurt helemaal niet goed.” Na anderhalf uur kwam de vraag: kunnen we geen buurtbarbecue organiseren? “Iedereen keek naar mij. Maar ik zei: dat moeten jullie zelf doen”, herinnert Nico zich. “Drie weken later liep er ineens honderd man op die buurtbarbecue.”
Eerst eten, dan de relatie
Zo breidden de activiteiten zich uit. Van kleine ontmoetingen tot kerstvieringen die steeds meer mensen trokken. Inmiddels is er een nieuwe, zelfstandige gemeente ontstaan, een “zeer diverse kerk met vijftien nationaliteiten en een kerkenraad waar ook tienermoeders of mensen die in de schuldsanering zitten een plek hebben. En we hebben 175 vrijwilligers die zich inzetten voor alle activiteiten.”
In coronatijd begon Geloven in Spangen met een weggeefwinkel waar iedereen die dat nodig had, een voedselpakket kon halen. “Wij delen uit aan iedereen die zelf aangeeft dat nodig te hebben, ook als je niet voldoet aan de criteria van de Voedselbank. Soms heeft een gezin op papier voldoende inkomen, maar komt het op rekening van de man binnen en geeft die zijn vrouw te weinig geld voor de boodschappen.” Eerst het eten, daarna wordt er gebouwd aan relaties, geeft hij aan. “In zo’n situatie is het ook belangrijk om te werken aan de empowerment van die vrouw.”
Ziel en lichaam
“Iedereen mag zichzelf zijn”, benadrukt hij. “Ik geloof in God en Jezus, die je wereld echt nieuw kan maken. Daarmee bedoel ik niet alleen je ziel. Het gaat altijd om ziel én lichaam.” Inmiddels wordt onder de noemer ‘Geloven in de wijk’ ook op andere plekken in en buiten Rotterdam gebouwd aan een community. “In Spangen hebben we een uitspraak: als je deelt, wordt het meer. Wat je hebt, is nooit bedoeld om alleen voor jezelf te houden. Je boterhammen niet en ook niet je zielenheil. Geloven kun je niet in je eentje doen, daar heb je elkaar voor nodig.”