Hoe kijk je naar iemand die hulp nodig heeft? Zie je een probleemgeval of een mens? Als je wilt dat de ander hulp accepteert, is het belangrijk om door de buitenkant heen te prikken, weet Tanja Cats. “De mensen die wij helpen, zijn kostbaar. Vaak zijn ze dat zelf vergeten.”
“We zijn bruggenbouwers tussen mensen in kwetsbare situaties en mensen die willen helpen”, zo vat coördinator Tanja Cats het werk van Present Maassluis samen. “En dat gaat veel verder dan het opknappen van een tuin of het schoonmaken van een huis.” Present is bekend van de eenmalige klussen: een groep vrijwilligers die een huis opruimt, een overwoekerde tuin aanpakt of helpt met een schilderbeurt. Maar volgens Tanja hoeft het daar niet altijd bij te blijven. “Als hulpvragers en vrijwilligers een klik ervaren en behoefte hebben aan langduriger contact, zetten we dat in gang.”
Meestal krijgt Present de hulpvragen via een professionele hulpverlener: een huisarts, buurtwerker of begeleider. Vaak gaat het om mensen met een heel klein netwerk of een broze gezondheid, of om mensen die leven in armoede. En vaak zitten ze al heel lang in hun situatie. “Mensen durven geen hulp te vragen of weten niet bij wie ze moeten zijn. Soms laten ze brieven ongeopend liggen, want: zolang je het niet ziet, is het er niet. Soms mijden ze zorg omdat ze bang zijn dat iemand hun wereld gaat veranderen.”
Lichtpuntjes
Tanja gelooft in de kracht van kleine daden. “Het leven van iemand verandert niet meteen. Maar je kunt wel voor een lichtpuntje zorgen. En samen vormen al die lichtpuntjes een sterrenhemel.” Zo raakte de tuin van een oudere vrouw na het overlijden van haar man volledig overwoekerd. Ze kon niet meer naar buiten kijken. Binnen was het niet veel beter: ze had overal spullen verzameld. “Samen met een groep vrijwilligers zijn we een dag aan de slag gegaan. Eerst koffie drinken, daarna aan het werk.”
“Wij halen aapjes van schouders af, zeg ik altijd. Als er behoefte is aan basisbenodigdheden, zoals kleding en voedsel, regelen we dat. Soms schakelen we hulp in voor de toekomst. En als hulpvragers ervoor openstaan, zetten we hen op de lijst voor sociale evenementen. Ze worden dan opgehaald, en ik zie altijd dat ze dan veel plezier hebben.”
Vooroordelen
Zonder oordeel kunnen helpen, is essentieel, benadrukt ze. Zelf is het haar ook weleens door het hoofd geschoten: “Doe je honden weg, breng liever je leven op orde. Maar soms zijn honden het allerbelangrijkste voor mensen. Die houden onvoorwaardelijk van hen.” Vrijwilligers die voor Present aan de slag gaan, praat ze daarom – met instemming van de hulpvragers – altijd in, zodat ze de situatie zo goed mogelijk begrijpen. “Je wilt voorkomen dat ze schrikken of onbegrip tonen als ze bij de hulpvrager thuis zijn.” Tanja vertelt het eerlijke verhaal, hun eventuele vooroordelen mogen de vrijwilligers vervolgens tegen haar uitspreken. Natuurlijk kan het gebeuren dat je een vooroordeel hebt, maar “met dat soort gedachtes hóef je niets”, zegt ze. “Het is belangrijk om je oordelen niet hardop uit te spreken als je bij iemand thuis komt helpen.”
Zorg dat je neutrale en vriendelijke woorden kiest, adviseert ze. “Begin bijvoorbeeld niet over de rommel als je bij iemand binnenkomt. En vraag niet: waarom staat er geen kookplaat om te koken voor je kinderen? Zeg liever: ‘Fijn dat we bij u mogen komen’. Die ander krijgt net als jij elke dag de adem van God. We zijn samen mensen op de deze aarde.” Het is belangrijk dat vrijwilligers er gewoon zíjn, in de situatie zoals die is. “Je kunt wel vinden dat er ‘even doorgepakt’ moet worden, maar jouw snelheid ligt vaak te hoog voor hulpvragers. Als zij dat tempo konden aanhouden, zou er helemaal geen probleem zijn. Als iemand drie keer per week een pot met erwten en wortelen als maaltijd heeft, is dat gewoon wat het is. Veiligheid is overigens een uitzondering: als die in het geding is, pakken we wél door.”
Met vreugde geven
“De mensen die wij helpen, zijn kostbaar. Vaak zijn ze dat zelf vergeten. In het contact kan er een vertrouwensband ontstaan met de vrijwilligers. Ze hoeven geen vrienden te worden, maar als je oprechte interesse hebt of een helpende hand biedt, vertel je hen als het ware: je bent kostbaar, we doen het samen. Ze ervaren dat ze geaccepteerd worden en dat iemand er voor hen is.” Tanja benadrukt dat vrijwilligers er ook zelf door veranderen. “Je leert anders kijken. Mensen die eerst denken: doe die honden maar weg en ga budgetteren, ontdekken dat die honden misschien wel het enige zijn wat iemand nog heeft.” Het gaat er volgens haar om dat je met vreugde geeft. “Als mensen tegen God zeggen: hier zijn mijn handen en voeten, plaats me maar ergens, dan komt het goed terecht. Dan geef je het terug aan God. Als je dat zonder oordeel kunt, ervaart de ander: ik mag er zijn.”